EOS Extra | AF-gevoeligheid en -hulplicht

door Pieter Dhaeze op dinsdag 15 september 2020

Geen licht, geen foto’s. Maar ook: geen licht, geen autofocus. Het komt natuurlijk niet zo vaak voor dat je in de diepe schemering een onverlicht onderwerp wilt fotograferen en daarbij ook nog eens automatisch wilt scherpstellen. Bij veel concert-, theater-, avond- en nachtfotografie is het onderwerp waarschijnlijk toch belicht, ondanks de donkerte van de omgeving. Denk aan een stad in het donker waar straatverlichting is, een gebouw of brug die verlicht is, een podium met de artiest in de spotlights. Allemaal voorbeelden dat het wel ‘donker’ is, maar zowel de belichting als de autofocus zullen geen problemen hebben met het relatief heldere hoofdonderwerp.

Maar wat als je een nachtdier zonder flitsen of op grote afstand wilt fotograferen of een ander onderwerp in het donker dat je niet wilt opschrikken of waarbij je je aanwezigheid wilt maskeren, dan kan de gevoeligheid van de autofocus ontoereikend zijn voor een correcte en snelle scherpstelling.

af-gevoeligheid-visual

AF-gevoeligheid
Het zal zelden gebeuren dat de autofocus van je camera geen houvast kan vinden. Meestal zal dat zijn omdat het scherpstelpunt ondanks voldoende licht toch niet genoeg contrast ‘ziet’, zoals een witte muur of effen zwart onderwerp. Herkaderen of handmatig scherpstellen is dan de oplossing.
Het gebrek aan contrast kan echter ook ontstaan omdat er te weinig licht is en dan is de oplossing minder eenvoudig. Afhankelijk van het type camera en instellingen kijken we wat dan de oplossingen zijn.

af-sensor

Er zijn twee typen autofocus (AF). De klassieke AF-techniek werkt met een aparte AF-sensor met kruisjes die vooral gevoelig zijn voor zwart-witcontrast (Fasedetectie). Deze AF-techniek wordt gebruikt als je met een spiegelreflexcamera (DSLR) door de oogzoeker (OVF) scherpstelt. Dus zoals de meeste foto’s met een DSLR worden gemaakt. Het aantal AF-punten bij deze techniek is beperkt en ook het gebied waarin de AF-punten liggen, is beperkt tot het midden van het kader.

werking autofocus DSLR MILC

De meer hedendaagse techniek is dat de beeldsensor (met Dual Pixel AF, DPAF) gebruikt wordt voor de scherpstelling. Dit is het geval als je bij een DSLR het lcd-scherm gebruikt als zoeker (Live view) en wanneer je bij een spiegelloze camera (MILC) scherpstelt. Een MILC staat namelijk altijd in Live view en de scherpstelling gebeurt dus altijd via de beeldsensor, zowel bij gebruik van de oogzoeker (EVF) als bij gebruik van het LCD. Voordeel van scherpstellen op de beeldsensor is onder andere dat er veel meer AF-punten beschikbaar zijn en dat ze 100% van het kader bestrijken. Ook is de gevoeligheid van de beeldsensor voor scherpstelling hoger dan bij de klassieke AF-techniek. Het beeld kan namelijk (tijdelijk) versterkt worden alsof de ISO maximaal wordt gezet, waardoor de camera het onderwerp zelfs bijna in het volledig duister kan ‘zien’, kan scherpstellen en vervolgens de gevoeligheid herstelt voor de gewenste belichting.

Slimme DPAF
Door gebruik te maken van de beeldsensor als AF-sensor heb je niet alleen meer scherpstelpunten over een groter oppervlak, die bovendien ook nog heel gevoelig zijn, maar bovendien is de scherpstelling nauwkeurig (geen back of front focussing) en is het tevens mogelijk om gedetailleerde patronen te herkennen, wat dus gezichts- en oogherkenning mogelijk maakt. Een stuk slimmer dus dan de ‘klassieke AF’.

AF-hulplicht
Als je met een DSLR via de oogzoeker (OVF) kadert en scherpstelt en het wordt schemerig, dan is de kans groot dat de autofocus niet snel of zelfs helemaal geen houvast kan vinden. Je hoort dan lenzen heen en weer schuiven (hunten) en het beeld in de zoeker blijft onscherp. Automatisch scherpstellen zal dan alleen lukken als er tijdelijk meer licht op het onderwerp valt. Dat is bij dergelijke camera’s geregeld via het AF-hulplicht. Sommige camera’s hebben een echt roodoranje spotlicht in de body dat automatisch oplicht als bij half indrukken van de ontspanner, de autofocus te weinig contrast ziet. Dit kun je aan/uit zetten, want soms is een dergelijk licht storend en verblindend. Bevat de camera geen ingebouwd AF-hulplicht, dan kun je de ingebouwde flitser opklappen. Zet de menu-optie Flitsen in het menu Flitsen op Uitschakelen en zorg dat de Custom-functie AF-hulplicht ingeschakeld is (bekijk beide opties in de handleiding van je camera). Als je nu het onderwerp in het donker met de OVF kadert en de ontspanner half indrukt, dan zal de flitser met flitspulsen het onderwerp belichten. De autofocus vindt dan tijdelijk houvast, maar wanneer je de foto maakt, zal de flitser zelf niet afgaan. Ook nu kan het AF-hulplicht echter storend zijn. Bovendien is het bereik van het AF-hulplicht beperkt tot enkele meters. Een uil hoog in een donkere boom zal niet bereikt worden. Een dergelijk AF-hulplicht wordt ook gebruikt als je geen interne flitser hebt en een Speedlite-flitser op de camera hebt. Dan werkt het AF-hulplicht met de eerder genoemde flitspulsen of met een infrarood-raster (IR), afhankelijk van het model Speedlite.

Zet je je DSLR echter in Live view of fotografeer je met een spiegelloze camera (MILC), dan hoeft het AF-hulplicht minder vaak actief te worden, omdat de camera bij minder licht tijdelijk de gevoeligheid van de sensor verhoogd en zo het onderwerp zichtbaar maakt voor de autofocus. Als je de menu-optie Belichtingssimulatie uitschakelt, dan zie je (ongeacht de belichtingsinstellingen) in de zoeker – zelfs in het halfduister – een redelijk helder beeld, wat ook het kaderen eenvoudiger maakt. Dit kan op een DSLR met een OVF in het donker een behoorlijk probleem zijn. Zonder het oranje AF-hulplicht van de EOS R6 verliest de autofocus pas zijn grip als het lichtniveau gedaald is tot de instellingen 1/10s, f/4 en ISO 51200 (-2Ev bij ISO 100) en dan is het voor het menselijk oog behoorlijk donker.

Zaklantaarn of telefoon
Behalve dat een onderwerp tijdelijk verhelderd wordt met een AF-hulplicht van camera of flitser, kun je ook een zaklantaarn of je de lantaarnfunctie van je telefoon gebruiken. Je hebt dan meer bereik en meer controle. Als de autofocus dan zijn doel gevonden hebt, zet de zaklantaarn dan uit en zet de lens dan in MF of stel scherp met de AF-ON-knop.

Samenvatting
Fotograferen met de autofocus in het bijna donker. Het zal niet vaak gebeuren, maar dan kan het AF-hulplicht de autofocus letterlijk te hulp schieten. Bij fotograferen met een DSLR via de OVF zul je het vaker nodig hebben, dan in Live view of bij een MILC, maar het is zeker geen optie om te vergeten.

Alles weten over Autofocus op een EOS-camera? Klik hier.

Inloggen

Wachtwoord of loginnaam vergeten? Klik hier
Als je nog geen GRATIS persoonlijk account hebt op EOSZINE dan kun je deze hier aanmaken. Met dit account kun je o.a. de nieuwsbrief en het gratis digitale magazine ontvangen.