04 Compositie Scherptediepte

Pieter Dhaeze maandag 03 mei 2010

In de reeks artikelen over mooiere foto's maken behandelen we geen technische aspecten van een foto, zoals belichting en kleur, maar komen zaken als standpunt, vlakverdeling en kijkgeleiding aan de orde. Toch bespreken we in dit artikel de rol van scherpte. Hoe stuur ik met het scherpstelpunt en de scherptediepte de aandacht van mijn publiek?

Scherpstelpunt
Bij veel foto's is het van belang dat het oog van een terloopse toeschouwer direct geleid wordt naar - of gepakt wordt door - het hoofdonderwerp, dat deel van de compositie wat we als fotograaf willen laten zien. Zaken die daarbij een rol spelen zijn vlakverdeling, lijnen, belichting en kleuren, maar zeker ook scherpte. Het menselijk oog heeft de eigenschap dat het zich als eerste focust op het hoogste contrast (=meeste detail, scherpste deel) in het kijkkader. Als je er op gaat letten, merk je dat dit inderdaad het geval is.
Als fotograaf kunnen we deze wetenschap gebruiken om de aandacht van de kijker naar een bepaald punt te sturen. Van groot belang is dus de keuze van het juiste scherpstelpunt. We kunnen daarvoor de autofocus gebruiken. Zijn alle scherpstelpunten actief en letten we niet goed op, dan kan de camera naast het hoofdonderwerp grijpen. Dat is ongewenst en willen we meer controle, dan kun je beter slechts één scherpstelpunt gebruiken, waarvan het middelste het meest nauwkeurig en gevoelig is. Het gevaar is echter dat je dan altijd het hoofdonderwerp in het midden van het kader plaatst en dat levert in de meeste gevallen geen fraai plaatje op. De oplossing is om met het middelste scherpstelpunt te herkaderen. Dat gaat als volgt. Stel met de autofocus scherp op het hoofdonderwerp door de ontspanner half in te drukken en draai de camera dan iets naar links of rechts, met de ontspanner nog half ingedrukt, om het onderwerp opnieuw te kaderen.
Is het moeilijk om met de autofocus het juiste scherpstelpunt te bepalen (obstakels, te donker, moeilijke belichting), dan komt handmatige scherpstelling van pas. Met een EOS werkt dat heel eenvoudig. Op elke lens is een knopje AF/MF aanwezig, die op MF (Manual Focus) gezet moet worden. Met de aparte scherpstelring op de lens (of met de frontlensring) kan nu het scherp-stelpunt gekozen worden. Je bent is iets minder alert, maar wordt niet gestoord door vuile ramen en hekwerken en je kunt elk onderdeel in het kader als scherpstelpunt kiezen.

LIVE VIEW
Als je het scherpstelpunt van een macrofoto moet bepalen, dan is Live View een perfect hulpmiddel. Werk vanaf statief, zet de lens op MF, activeer Live View en vergroot het beeld 5x of 10x. Kies nu handmatig het scherpstelpunt. Zo kun je tot op een tiende van een millimeter nauwkeurig werken. Druk je op de Knop Preview scherptediepte naast de lens, dan kun je zelfs vooraf de scherptediepte controleren.


Hoe we het scherpstelpunt ook kiezen, van belang is dat tussen het moment van scherpstellen en de opname de afstandpunt tussen camera en onderwerp niet meer verandert. Ook mogen camera en onderwerp eigenlijk niet beweging om algehele bewegingsonscherpte te voor-komen. Als het scherpte en scherpstelpunt cruciaal zijn, dan ben je dus eigenlijk verplicht om vanaf statief te werpen.

Scherptediepte
Hoewel een opname in technisch opzicht alleen scherp is op het scherpstelpunt, zorgt de scherptediepte van een foto ervoor dat we visueel een groter deel van de foto als scherp ervaren. Wil je een bepaald onderdeel van het onderwerp aandacht geven door hierop het scherpstelpunt te kiezen, dan zal ook de scherptediepte daarop afgestemd moeten zijn. Is de scherptediepte te groot, dan heeft het menselijk oog de neiging 'te verdwalen' in al het zichtbare detail en kan zo het hoofdonderwerp missen. In EOSzine 0908 besteedden we aandacht aan alle aspecten die betrekking hebben op scherptediepte. Bij een groot diafragma, korte scherpstelafstand en lang brandpunt kan de scherptediepte slechts enkele millimeters zijn. We moeten hierbij bedenken dat het een scherpstelvlak is, loodrechts op de as van de lens. Wil je bepaalde uitstekende delen van een onderwerp - insect én blaadjes van de plant waar hij op zit - scherp, dan moet je zorgen dat het scherptedieptevlak deze punten raakt. Dit kun je sturen met de stand van de camera. Een ander belangrijk punt bij een kleine scherptediepte is de kwaliteit van de achtergrondonscherpte. Dit wordt het bokeh genoemd en is aan de orde geweest in EOSzine 0909. Hoe mooier en zachter het bokeh van de achtergrond, des te meer het hoofdonderwerp los komt van die achtergrond.
Een vorm van onscherpte die niet veroorzaakt wordt door scherptediepte, is die van onder-werpen die zich tussen de camera en kortste scherpstelpunt bevinden. Als deze gecombineerd wordt met een voorgrondkader, bijvoorbeeld bij een macro-opname of teleopname, dan geeft dit het onderwerp veel diepte.

DIOPTER
Op elke EOS-camera zit naast de oogzoeker een klein knopje/wieltje met een plusje/minnetje. Dit is de diopter, waarmee je de scherpte van de oogzoeker kunt aanpassen vergelijkbaar met de sterkte van een brillenglas. Zorg dat deze goed afgesteld is, zodat je nauwkeurig handmatig kunt scherpstellen. Dankzij de diopter kunnen brildragers zonder bril fotograferen, als ze dat handig vinden.

Conclusie
Scherpstellen en scherptediepte zijn niet alleen maar technische aspecten van een foto. Met een doelbewuste keuze van het scherpstelpunt of -vlak en een bijbehorende scherptediepte kun je ook heel precies de aandacht van het menselijk oog sturen naar dat punt van het kader wat jij als fotograaf belangrijk vindt. En zo zie je wederom dat bewuster fotograferen vaak tot mooiere foto's leidt.

 

Inloggen

Wachtwoord of loginnaam vergeten? Klik hier
Als je nog geen GRATIS persoonlijk account hebt op EOSZINE dan kun je deze hier aanmaken. Met dit account kun je o.a. de nieuwsbrief en het gratis digitale magazine ontvangen.