Flitsen studio | Zacht en hard licht

Pieter Dhaeze dinsdag 14 september 2021

Bij portret- en productfotografie in de studio hoor je vaak de kwalificatie ‘zacht licht’. Licht dat zachte overgangen genereert tussen de verschillende helderheden in het onderwerp en zo genuanceerde vorm en diepte geeft aan het model of product. In dit artikel gaan we kijken waarom licht zacht is en hoe je het kunt beïnvloeden.

Zacht direct licht
Als we het over zacht licht hebben, dan wil je dat bij geleidelijke vormen de overgangen tussen licht en donker redelijk vloeiend zijn. Dus zonder harde schaduwlijnen. Of die overgangen vloeiend zijn, wordt eigenlijk alleen bepaald door de grootte van de lichtbron in relatie tot de afstand van het licht tot het onderwerp. De illustratie hieronder laat zien hoe de grootte van de lichtbron en de afstand van de camera tot het onderwerp de zachtheid van de overgangen bepalen. De afstand tussen model en achtergrond bepaalt de verstrooiing van de schaduw op de achtergrond.

Zacht licht

In de onderstaande portretfoto’s zie je daarvan een praktisch voorbeeld.

praktijk-zacht

Invul en reflectie
Een grote lichtbron geeft dus zacht licht voor vloeiende overgangen tussen helder en schaduw. Er is echter ook en deel van dat flitslicht dat niet direct op het onderwerp valt. Deze verstrooiing zorgt voor reflectie op de aanwezig wanden, muur en plafond en kan daarmee dienen als invullicht voor de aanwezige schaduwen. Dat maakt de overgangen niet zachter, maar brengt wel meer het contrast tussen schaduwen en hooglichten in balans, wat ook als een soort ‘zachtheid’ gezien kan worden.

Er zal duidelijk een verschil te zien zijn van een flitsfoto met een softbox in een kleine ruimte (woonkamer) met witte muren vergeleken met diezelfde foto in de vrije ruimte van een grote loods. In de kamer kaatst het licht van alle kanten terug op het model en vult zo schaduwen in. Licht in de loods dat het model ‘mist’, gaat verloren en doet geen ‘invulwerk’ meer. Het licht in de loods is net zo ‘zacht’ als in de kleine studio, maar het contrast zal groter zijn omdat vooral de schaduwen donkerder zullen zijn.

zachtlicht en invul

hardlicht en invul

Grids
Met een grid of raster voor de lichtbron kun je het licht van de flitser bundelen. Het licht wordt daarmee niet harder of zachter, want het oppervlak van de lichtbron blijft ongewijzigd. Je voorkomt met een grid echter wel dat het licht ‘uitwaaiert’, zodat de kleiner deel van de achtergrond belicht wordt én dat strooilicht niet kan reflecteren als invullicht. Grids zijn dus het meest efficiënt in kleine, witte ruimtes. De functie van een grid kun je ook deels vervangen door zwarte reflectiewanden te gebruiken aan de invulkant van het model.

Praktijk
Het zachtste licht krijg je dus bij een relatief grote lichtbron. Voor een headshot zet je een softbox van 60 bij 60 cm met flitskapje dan zo dicht mogelijk bij het model, zodat het gezicht als het ware ingepakt wordt door omringend licht komend uit de voorzijde van de softbox. Gebruik desgewenst aan de tegenoverliggende zijde van de flitser een reflectiescherm, zodat je ook invullicht toevoegt aan het zachte flitslicht.

Voor een full-body portret kun je ook met een 60x60 cm werken, maar moet je deze softbox dan niet naar achter zetten, want daarmee wordt de grootte van de softbox ten opzichte van het model relatief kleiner en het licht dus harder. Je kunt de softbox beter ‘dichtbij’ het onderwerp laten staan en eronder uitbreiden met een tweede softbox van 60 x 60 cm. Heb je maar één ‘kleine’ softbox, dan kun je ook tegen een grote witte plaat van 2 bij 1 meter flitsen. Dan wordt die hele plaat een grote lichtbron.

yt-zacht-licht

Besef wel dat een groter lichtoppervlak meer output vereist van de flitser en dat elke ‘modifier’ die licht ‘zachter’ maakt, ook extra lichtvermogen vraagt. Zo moet bij een softbox mét doek en flitskapje het flitsvermogen ongeveer 1 stop hoger worden dan diezelfde softbox zonder doek en flitskapje.

Kleurverschuiving per modifier
Als je in de studio flits, dan werk je waarschijnlijk in RAW. Je kunt de witbalans dan naar gelieve bijregelen. Zet de Witbalans toch bij voorkeur op een vaste waarde, die aansluit bij de kleurtemperatuur van de flitser, bijvoorbeeld 5200K. Wees er op bedacht dat elke flits-modifier de kleur van het flitslicht ietwat verandert. Gebruik een colorchecker of grijskaart is aan te raden als je verandert van modifier, bijvoorbeeld van een reflector met grid (kouder) naar een softbox (met doek).

Let ook op de kleuren van wanden, vloer en plafond in een ruimte. Als het licht hierop reflecteert, dan zal de kleurtemperatuur van dat licht veranderen. Zorg dat de ruimte kleurneutraal is met bijvoorbeeld witte en zwarte gordijnen (klik
hier).
kleurzweem

Samenvatting
Ben je op zoek naar zacht licht bij het flitsen in een studio, werk dan met een zo groot mogelijk lichtoppervlak van de flitser (softbox, paraplu), zet de flitser zo dicht mogelijk op het onderwerp (model, product) en vul ongewenste schaduwen in met witte reflectieschermen. Dat laatste maakt het licht niet zachter, maar verlaagt het algehele contrast.

Tip
Wil je licht van een Speedlite in de studio zachter maken, dan doe je niet met een flitskapje (alleen meer invul door verstrooid licht), maar gebruik dan een paraplu. Wil je het licht van een softbox groter maken, flits dan indirect tegen een grote witte plaat.
paraplu-speedlite

 

Studioflitsers

Werk jij wel eens met studioflitsers?

Inloggen

Wachtwoord of loginnaam vergeten? Klik hier
Als je nog geen GRATIS persoonlijk account hebt op EOSZINE dan kun je deze hier aanmaken. Met dit account kun je o.a. de nieuwsbrief en het gratis digitale magazine ontvangen.