Classroom | Zoeker OVF of EVF

door Pieter Dhaeze op maandag 10 september 2018

De meeste systeemcamera’s zijn voorzien van een oogzoeker om het onderwerp nauwkeurig te kunnen kaderen en ten behoeve van een stabiele houding. Bij een spiegelreflexcamera (DSLR) is dat een optische uitvoering (OVF, optical viewfinder) en bij een spiegelloze systeemcamera (MILC*) een elektronische zoeker (EVF, electronic vieuwfinder). Wat zijn de verschillen en voor- en nadelen? 

Oogzoeker
Bij de OVF van een DSLR kijk je met de oogzoeker door de lens via een optisch systeem, zijnde een spiegel en een pentaprisma. Je ziet het kader van het onderwerp dus met de helderheid, contrast en kleuren zoals je dat met het blote oog ziet.

Bij een MILC ontbreken spiegel en pentaprisma en kun je dus niet door de lens kijken. In plaats daarvan is het beeld van de oogzoeker een elektronische weergave van het beeld dat op de sensor valt. Je kijkt bij een EVF dus op een klein intern lcd-schermpje (ca. 0,5 inch). Helderheid, contrast en kleuren zijn nu niet meer de ‘werkelijkheid’, maar komen overeen met het beeld zoals dat aan de hand van de camera-instellingen wordt gevormd.

OVF-EVF: De optische zoeker (OVF) van een DSLR en de elektronische zoeker (EVF) van een MILC. 
01_OVF-EVF

Hoewel de twee oogzoekertypes technisch geheel verschillend zijn, zijn er toch enkele belangrijke overeenkomende aspecten. Zo is elke oogzoeker voorzien van een diopter. Hiermee kan de scherpstelling op het zoekerbeeld geregeld worden om zo bijvoorbeeld zonder bril te kunnen fotograferen. De diopter heeft meestal een bereik van -3 tot +1 brilsterkte.

Diopter: Draaiknopje om de diopter van de zoeker aan te passen. 
02_diopter

Ook heeft elke oogzoeker een zogeheten dekkingsgraad en daarmee wordt de kaderuitsnede ten opzichte van de uiteindelijke opname bedoeld. Bij een EVF is de dekking altijd 100%, maar bij een OVF kan dit ook kleiner zijn (95%). Dit laatste betekent dat je dus door de oogzoeker elementen in het onderwerp aan de rand van het kader niet ziet vóór opname, maar pas achteraf. Vaak is dit geen probleem, maar soms moet je een opname dus bijsnijden of aan de rand retoucheren.

Zoekerdekking: 100% zoekerbeeld ten opzicht van 95%. Let op 'randverschijnselen'.
03_dekking

Tot slot heeft elke zoeker ook een bepaalde vergrotingsfactor die maximaal 1x kan zijn. Bij een hoge waarde, (0,75x) dan heb je een ruime en heldere visuele beleving van het gekaderd onderwerp en bij een lage waarde (0,5x) lijkt het alsof je door een donker kokertje naar het onderwerp kijkt. DSLR’s met een grotere sensor hebben vaak ook een hogere vergrotingsfactor van de zoeker. Bij MILC’s is dat verband er niet en kan een camera met een relatief kleine sensor (bijvoorbeeld microFourThird) toch een heel groot zoekerbeeld hebben.

Maximaal diafragma
Als je door de oogzoeker kijkt, dan zie je bij bijna alle systeemcamera’s het beeld van de lens bij het maximale diafragma (grootste lensopening) van die lens. Dit om zoveel mogelijk licht door te laten voor meting van licht en scherpstelling. Pas als je de ontspanner doordrukt voor het maken van de opname, wordt het diafragma geknepen tot de ingestelde waarde. Dit heeft tot gevolg dat je vóór opname in de zoeker altijd de kleinste scherptediepte ziet. Wil je toch de scherptediepte zien behorend bij het ingestelde diafragma (en brandpunt en voorwerpsafstand), druk dan de scherptediepteknop in op de voorzijde van de camera. Bij een DSLR zal het zoekerbeeld van de OVF donkerder worden. Bij een MILC wordt dat beeld in de EVF ook donkerder, maar zal het signaal door de elektronica versterkt worden tot een helderder beeld.

Voor- en nadelen EVF versus OVF
Gezien de aard van de zoeker heeft een EVF als voordeel dat je al een preview krijgt van de helderheid, het contrast en de kleuren van de uiteindelijke opname op basis van de instellingen van de camera. Dus je ziet vooraf het resultaat van onder- of overbelichten of van de keuze van een witbalans. Je komt dus zelden voor verrassingen te staan bij het terugkijken van de eigenlijke opname, wat bij een OVF dus wel het geval kan zijn. Overigens heeft een OVF wel een groter dynamisch bereik. Waar bij een EVF de hooglichten of schaduwen in het zoekerbeeld geclipt zijn, zul je bij een OVF in de zoeker nog detail zien.

Omdat de elektronica het beeld versterkt is het met een EVF mogelijk om in donkere omstandigheden toch een relatief helder zoekerbeeld te hebben, zodat je beter kunt scherpstellen en kaderen. Aangezien de EVF een klein lcd-scherm is, is het mogelijk om extra informatie toe te voegen, zoals extra vergroting bij handmatig scherpstellen of bij punt-AF, een histogram, extra rasterlijnen en een waterpas, maar ook focus peaking of clipping/zebra Ook kun je meteen na de opname de foto ín de zoeker zien, zodat je daarvoor de camera niet van je oog hoeft te halen en zo meer aandacht kunt hebben voor het onderwerp.

EVF-info: De meest essentiële en de maximale informatie in een EVF. 
04_EVF-info

Een EVF heeft dus veel voordelen ten opzichte van een OVF, maar er zijn toch ook enkele minderpuntjes. Zoals gezegd is een EVF een klein beeldscherm dat je van heel dichtbij bekijkt en dus is een hoge resolutie van belang voor een goede scherptebeleving. De resolutie van een EVF wordt opgegeven in beeldpunten en als die waarde boven 2 miljoen ligt, dan zul je geen fysieke beeldpunten meer zien. Tegenwoordig is 3,68 miljoen een standaard voor high-end EVF’s. Behalve de resolutie is ook de verversingsfrequentie van de EVF belangrijk. Is deze te laag, dan zie je bij bewegende onderwerpen of beweging van de camera een zekere vertraging. Bij 60 Hz is die vertraging nagenoeg afwezig en soms is het mogelijk om deze frequentie zelfs te verhogen naar 120 Hz. Belangrijk voor het contrast is tevens dat de EVF ook diep zwart laat zien, zoals bij OLED het geval is.

De ‘problemen’ met een EVF ontstaan pas als letterlijk het licht uitgaat en het signaal behoorlijk versterkt wordt. Dan wordt ruis zichtbaar en ook een vertraging kan merkbaar worden. Bij een OVF zal dit niet het geval zijn. Een ander nadeel van een EVF ten opzichte van een OVF is dat de camera altijd aan moet staan om een indruk te krijgen van het beeldkader. Staat een DSLR met een OVF uit, dan kun je toch de camera aan het oog nemen om snel even een kaderbeeld te kunnen beoordelen. Ook gebruikt een EVF elektriciteit en dat heeft dus in een zekere mate invloed op de bedrijfsduur van de accu.

LCD-scherm
Behalve een oogzoeker kun je bij de huidige generatie camera’s ook het lcd-scherm gebruiken om het onderwerp te kaderen. Je camerahouding wordt dan wel minder stabiel, maar als het scherm kantel- en/of draaibaar is, dan geeft een dergelijk scherm wel veel meer creatieve vrijheid bij de kadrering en scherpstelling. Bij een MILC is het beeld van de EVF en van het lcd-scherm hetzelfde. Bij een DSLR moet je live view inschakelen om het lcd-scherm als zoeker te kunnen gebruiken. De OVF is dan tijdelijk niet te gebruiken.

Conclusie
Als je de verschillen tussen een EVF en OVF op een rijtje zet, dan heeft een EVF een paar belangrijke voordelen. Je krijgt namelijk vooraf al een indruk van de helderheid, het contrast en de kleuren van de uiteindelijke opname, waardoor de kans op een ‘misser’ kleiner is. Ook kun je veel informatie in de zoeker oproepen én je foto’s erin terugzien, zodat je minder vaak de camera van je oog hoeft te halen en meer aandacht hebt voor het onderwerp. Heb je veel gefotografeerd met een telefoon of compactcamera en ben je zodoende gewend aan het kaderen met een beeldscherm, dan zal het werken met een EVF een vanzelfsprekendheid zijn. Ben je daarentegen echter al jaren gewend aan de beleving en ‘rust’ van een OVF, dan zal een EVF een behoorlijke overgang zijn.

*spiegelloze systeemcamera, EOS M (Mirrorless Interchangeable Lens Camera, MILC)

Dit artikel is eerder verschenen in Natuurfotografie Magazine

Inloggen

Wachtwoord of loginnaam vergeten? Klik hier
Als je nog geen GRATIS persoonlijk account hebt op EOSZINE dan kun je deze hier aanmaken. Met dit account kun je o.a. de nieuwsbrief en het gratis digitale magazine ontvangen.