De meeste fotografen zullen de autofocus (AF) gedachteloos gebruiken en foto’s zullen dan in 90% van de gevallen goed scherpgesteld zijn. Om die andere 10% scherp in beeld te krijgen is enige verdieping noodzakelijk. Zodra je echter ‘in het diepe duikt’ van de autofocus, dan blijkt dat het geen eenvoudig onderwerp is. Er zijn twee verschillende AF-systemen en er zijn veel verschillende mogelijkheden. En als je dat allemaal begrijpt, dan moet je ook nog weten hoe je dat bij verschillenden onderwerpen allemaal ook nog goed instelt. Wij zijn voor je in het AF-diepe gesprongen!
Serie artikelen
Om het overzicht te behouden over de belangrijkste facetten met betrekking hebben we de AF-materie in vier stukken opgedeeld voor vier onderstaande artikelen. Die artikelen zijn behoorlijk lijvig geworden en daarom kun je tevens een PDF downloaden (klik hier, 5MB). Bovendien hebben we ook een soort samenvatting gemaakt in de vorm van een videotutorial op basis van (2x) drie scenario’s, zodat je ook kunt zién wanneer je bepaalde AF-instellingen gebruikt en wat het resultaat ervan is.
Custom settings
Als je alle instellingen gedaan hebt op je camera, dan is het handig om ze als set op te kunnen slaan. Bijvoorbeeld voor het volgen van een bewegend onderwerp met Servo met de motordrive. Bij veel EOS-camera’s is dat mogelijk met de menu-optie Aangepaste opnamemodus. Als je dit gedaan hebt en je zet de Programmakeuzeknop van elke willekeurige stand op C1 of C2, dan heb je meteen alle benodigde instellingen actief. |
 |
Mocht je meer willen weten over sport-instellingen op een EOS APS-C DSLR of tracking-instellingen op een EOS R/RP, bekijk dan ook onderstaande videoturorials. En heb je vragen, laat het dan weten in de comments.