Lichtversterking

door Pieter Dhaeze op donderdag 13 september 2012

Met de komst van de EOS 1DX II is de maximale ISO van EOS-camera’s opgerekt naar ISO 409.600.  Een waarde die in de analoge tijd voor onmogelijk werd gehouden en vandaag de dag (duistere) werelden opent, die anders gesloten gebleven zouden zijn. Hoewel wij ‘gevoelig’ zijn voor de voordelen van hoge ISO-gevoeligheid, ligt er een onverwacht ‘gevaar’ op de loer: lichtversterking.

Wake-up call
Je zult je afvragen waarom we enigszins twijfelen aan het nut van hoge ISO’s. Een ruisarm beeld bij bijvoorbeeld ISO 25.600, daar is toch iedereen blij mee? Natuurlijk, maar een fotosessie in een oud en schemerig fabrieksgebouw riep laatst toch enkele vragen op. Een kort verslag.
Op uitnodiging van de eigenaar mochten we op een zaterdagochtend een paar uurtjes fotograferen in een oude, vervallen suikerfabriek. Super leuk en we hebben dan ook veel bijzondere foto’s gemaakt van de sporen van aftakeling van het gebouw en interieur en van de graffiti-kunst van ongenode bewoners. Op een zeker moment stonden we in een schemerige ruimte een muur te fotograferen met opvallende graffiti. De camera stond in Av en meervlaksmeting zonder belichtingscompensatie. Bij f/4 was de sluitertijd 1/15s en om uit de hand een scherpe opname te kunnen maken bij 1/60s, moest de gevoeligheid van ISO 3200 naar ISO 12800.  Het werd een mooie foto: scherp en goed belicht met prachtige kleuren. Hoewel, goed belicht? Want toen we echter nog eens goed naar de foto keken, leek het alsof de muur met volop daglicht werd verlicht, terwijl het in werkelijkheid toch behoorlijk donker was binnen. Wat was hier aan de hand? Het duurde even tot we wakker geschud werden.

Lichtmeetprincipe
Voor het antwoord op onze ‘verlichtende’ ervaring moeten we even terug naar de basis.
Het resultaat van de interne lichtmeting van een camera is zodanig geprogrammeerd dat  de daaruit volgende combinatie van ISO, diafragma en sluitertijd een gemiddelde helderheid oplevert van 50% grijs. Dit kun je zelf controleren door in de P-, A- of T-stand met meervlaksmeting zonder belichtingscompensatie een foto te maken van een effen gekleurd onderwerp. Als je dan het histogram terugkijkt, dan zal de piek nagenoeg in het midden liggen. Dit 50%-helderheidsprincipe zorgt bij 80% van de dagelijkse onderwerpen voor een belichting die overeenkomt met de helderheid die we met onze ogen gezien hebben. Bekend is ook dat bij onderwerpen met veel ‘wit’ in de zoeker (sneeuw, heldere lucht, zonnig zandstrand) moet worden overbelicht (belichtingscompensatie +1 tot + 2Ev) om te voorkomen dat de foto donkerder is dan de werkelijkheid. Bij ‘zwarte’ onderwerpen is het omgekeerde het geval (foto wordt te helder) en zal moet worden onderbelicht (-1 tot -2 Ev).
Dit hadden we dus ook in de donkere fabriek moeten doen. Maar omdat de muur zelf niet  donkergekleurd was, maar wel de gehele ruimte duister was, hebben we de ‘zwartheid’ van het onderwerp niet onderkend en dus niet onderbelicht. Wat we bij dit geringe licht hadden moéten doen, was niet de ISO twee stops verhogen naar 12.800 om op 1/60s te komen, maar we hadden bij ISO 3200 de belichtingscompensatie op -2 Ev moeten zetten. Dan hadden we ook 1/60s gehad en zou de foto de helderheid gehad hebben zoals ze in werkelijkheid was, zijnde schemerig.

Accommodatievermogen
Het menselijk oog is voorzien van een accommodatievermogen. Dat wil zeggen dat het zijn gevoeligheid aanpast aan de aanwezige hoeveelheid licht. Als je langere tijd in een donkere ruimte bent, dan zal het steeds ‘lichter’ worden omdat het oog accommodeert. Deze lichtversterking treedt ook op als je een camera bij weinig licht in Auto ISO zet.

Studiotest
Teruggaan naar de fabriek is niet meer mogelijk en daarom hebben we de situatie klinisch nagebootst in een verduisterde studio. We gebruiken de regelbare instellamp van een flitser als enige lichtbron van onze Kodak-kleurkaart. De camera in de M-stand op f/4 en 1/60s, Meervlaksmeting en de ISO op Auto. De plaats en de kracht van de flitser zo gekozen dat de gevoeligheid uitkomt ISO 3200. Van deze situatie bij Ev=6 (losse lichtmeter, ISO 100) maken we een foto. Vervolgens verlagen we de output van de lamp met 1 Ev, waarna de Auto ISO dus een gevoeligheid van 6400 kiest. Hiervan maken weer een opname en tot slot ook nog een foto bij Ev=4 en ISO 12.800. Als we de drie foto’s vergelijken en de histogrammen naast elkaar leggen, dan zien we dat ze alle drie een gelijke helderheid hebben bij een duidelijk afnemend lichtnveau! De foto’s bij Ev=5 en Ev=4 zijn echter overbelicht, omdat de Kodak-kaart in werkelijkheid veel minder helder is.

Bij Ev=4 hebben we in daarom in de A-stand bij f/4 en ISO 3200 een belichtings-compensatie van -2 Ev toegepast (geeft 1/60s) en zo een opname gemaakt met een meer realistische (schemerige) helderheid. Als je dus niet onderbelicht bij lage verlichtings-niveaus (Ev<6), dan blijft schemering geen schemering en ga je je camera als een lichtversterker gebruiken, zoals we dat in de fabriek ervaren hebben. Deze lichtversterking kan dus ook optreden in musea, grotten of avondfotografie.
Overigens kan men bij schemerige omstandigheden het aanwezige licht ook versterken door vanaf statief met lange sluitertijden te werken. Dan maak je desnoods van een nachtopname een dagopname.

Kwaliteit licht
Veel fotografen zullen blij zijn met de lichtversterking bij weinig licht, omdat het onderwerp dan toch beter te zien is. Verwacht in het half duister echter geen opnamen van studiokwaliteit. Niet zozeer vanwege de aanwezigheid van ruis, maar ook omdat het mogelijk discontinue spectrum van het schaarse licht niet alle kleuren tot wasdom laat komen.

Samenvatting
Als je bij weinig licht (Ev<5) de automatische belichting niet compenseert, dan zorgt de overbelichting voor lichtversterking: het onderwerp is op de foto helderder dan in werkelijkheid. Wil je dit niet, dan moet je onderbelichten. Dit is uiteraard geen ‘wetmatigheid’, maar is wel nodig als je in schemerige omstandigheden ook een schemerige foto wilt maken en de camera - mede dankzij heel hoge ISO’s - niet als lichtversterker wilt gebruiken. Wil je de ‘duistere’ sfeer van een onderwerp bewaren, dan zul je dus zelden boven ISO 6400 hoeven werken en moet je gaan onderbelichten.
Wat onze graffiti-muur betreft was de lichtversterking van harte welkom, hoewel we de volgende keer zeker ook een onderbelichte opname zullen maken om zo ook de echte sfeer vastgelegd te hebben.

Inloggen

Wachtwoord of loginnaam vergeten? Klik hier
Als je nog geen GRATIS persoonlijk account hebt op EOSZINE dan kun je deze hier aanmaken. Met dit account kun je o.a. de nieuwsbrief en het gratis digitale magazine ontvangen.