Ajax - Feyenoord......

door pjcdhaeze op woensdag 20 november 2013

Iedereen kent hem of haar wel. Iemand in je directe sociale omgeving (familie, vrienden of kennissen), waar je eigenlijk heel goed mee op kunt schieten, maar waarmee je ook al jarenlang op feestjes en uitstapjes een hardnekkig meningsverschil deelt: Ajax - Feyenoord, Mercedes - BMW of Apple - Microsoft. Omdat al vanaf het eerste begin de ‘loopgraven’ betrokken zijn, is het gedurende de voortslepende discussie niet mogelijk om zonder gezichtsverlies begrip te tonen voor steekhoudende argumenten van de ‘tegenpartij’.

Het levert vaak vermakelijke taferelen op, waarbij de ‘speelgoedmessen’ vooral geslepen worden met rijkelijk vloeiende spiritualiën. Na afloop zorgt een wederzijdse schouderklop voor een vriendschappelijk afscheid, hoewel het ‘strijdplan’ voor de volgende confrontatie dan al in de weer in de maak is.


Tegenpool
In mijn vakgebied heb ik dus ook zo’n bevriende ‘tegenpool’ en bij elke ontmoeting is ons discussiepunt de toekomst van de fotografie in het algemeen en de verschillen tussen spiegelreflexcamera’s (DSLR, digital single lens reflex) en spiegelloze systeemcamera’s (CSC, compact system camera) in het bijzonder. Zo ben ik fotografisch opgegroeid met DSLR en zie vooral de voordelen van een zich reeds bewezen systeem als EOS. Vernieuwingen vind ik geen probleem, als het maar iets toevoegt aan mijn huidige gereedschap, zodat ik foto’s kan maken, die anders niet mogelijk of moeilijk geweest zouden zijn. Mijn ‘tegenvoeter’ denkt heel anders. Hij focust vooral op de nadelen van een DSLR en ziet in veel nieuwe technologieën de teloorgang van spiegelreflex. Er zijn een paar argumenten die in onze discussie steeds weer boven komen drijven en die ik telkens meer moet weerspreken.
• een DLSR is groot en zwaar.
• een CSC kán volledig stil werken.
• de zoeker van een CSC geeft een 1 op 1 preview (kader, belichting, kleur) van de uiteindelijke foto.
• de ‘motordrive’ van een CSC kan gemakkelijk boven 10 fps.
• de autofocus van een DSLR is onnauwkeurig (back- en frontfocussing).
Of bovenstaande verschillen echt van belang zijn, laat ik hier in het midden en zal per fotograaf en per onderwerp verschillen, maar als onze CSC-adept 100% gelijk zou hebben, dan liepen nu alle DSLR-fotografen met nek- en rugklachten, misten ze jarenlang het ‘moment décisif’, zou de helft van hun foto’s fout belicht geweest zijn en hadden ze nooit een scherpe foto gemaakt. Gezien de miljoenen adembenemende foto’s die sinds 2000 met een spiegelreflex gemaakt zijn, vallen de bezwaren van een DLSR in de praktijk dus wel mee. Ook heb ik het gevoel dat fabrikanten van CSC’s voor de tweede keer het wiel aan het uitvinden zijn: stille sluiter, 1 op 1 elektronische zoeker, licht gewicht en high-speed opnames zijn al jaren beschikbaar in compactcamera’s en hoge beeldkwaliteit en snelheid kennen we al van spiegelreflexcamera’s. Eigenlijk hebben ze compactcamera’s alleen voorzien van een grote sensor en een losse lensvatting, terwijl ze langzaam de ergonomie van de spiegelloze body gelijk maken met die van een DSLR, maar dan een slagje dunner.

Toenadering
Om onze discussie door mijn praktische onwetendheid niet te laten verzanden in een herhaling van zetten, heb ik mijn ‘opponent’ een handreiking gedaan door een week op stap te gaan met zijn spiegelloze high-end camera met verschillende lenzen. Je kunt per slot van rekening pas ergens goed een oordeel over hebben als je iets aan den lijve hebt ondervonden. Toch? En dat geldt dus ook in de tweestrijd DSLR - CSC en de zoektocht naar de perfecte camera.Hoewel de body van een CSC ten behoeve van de ideale handligging en bediening steeds meer begint te lijken op een DSLR, is een CSC met een 35-100mm f/2.8 lens toch nog twee keer zo klein en twee keer zo licht als mijn EOS 5D mark III met een EF 70-200mm 2.8L II. Enerzijds mis je dan de stabiliteit van een DSLR, anderzijds werk je toch minder opvallend en lichter. Het spiegel- en sluitergeluid van een DSLR is in veel gevallen geen bezwaar, maar tijdens een ceremonie of in een schouwburg is een elektronische sluiter toch een heel welkome optie om totaal niet op te vallen. Ook verstoor je met het sluitergeluid anderen niet die met een videocamera ook geluid opnemen. Een elektronische (oog)zoeker (EVF) is erg wennen en biedt in standaard situaties voor mij niet echt veel voordelen. Ik weet namelijk vooraf met het beeld in de optische zoeker van mijn DSLR bijna altijd hoe de foto uiteindelijk gaat worden. Over- of onderbelichten doe ik op basis van de helderheid van het onderwerp. Niet op wat ik in mijn zoeker zie. Een voordeel van een EVF is echter wel dat het zoekerbeeld verhelderd wordt als in de schaduw of halfduister gewerkt wordt. Je kunt dan beter kaderen en nauwkeuriger het scherpstelpunt kiezen.Voor wat betreft de ‘motordrive’ en het scherpstellen laat mijn EOS 5D mark III mij eigenlijk zelden in de steek en een onscherpe foto is meestal aan de fotograaf te wijten, niet aan de camera. Een CSC kan daarin weinig verbetering brengen.

De toekomst
De belangrijkste conclusie van mijn weekje met een CSC is dat er geen perfecte camera bestaat. Zowel DSLR als CSC hebben hun voor- en nadelen. Grootste pluspunt van een CSC vind ik de volledig stille werking. Hoewel ik bij candid straatfotografie en reportagewerk buiten (dus bij voldoende licht) dan toch eerder een PowerShot G16 (DSC, digital still camera) zou kiezen. Die is nog lichter en kleiner (en niet te vergeten voordeliger) dan een CSC en met zijn lichtsterke lens, maak je dan ook prachtige foto’s. Die ‘stille sluiter’ van een CSC komt natuurlijk wel van pas bij plechtige aangelegenheden, maar omdat dat vaak binnen is, moet je met hogere ISO’s gaan werken en dan doet een EOS 5D mark III het bij ISO 3200 veel beter dan een CSC met een kleinere sensor (APS-C of mFT, microFourThird). Dat is dan ook meteen mijn grootste bezwaar van spiegelloze camera’s. De meeste CSC’s hebben een kleinere sensor en voor binnenfotografie is de beeldkwaliteit dan toch minder goed dan van een camera met een volbeeldsensor. Bovendien kun je met een kleinere sensor veel minder ‘spelen’ met scherptediepte, die bij mijn leen-mFT al snel behoorlijk groot is. En onderscheidende fotografie ontstaat mijns inziens toch vaak door toepassing van een kleine scherptediepte in het onderwerp. Voor alle binnenfotografie gaat mijn voorkeur dus toch uit naar mijn EOS 5D mark III, ‘ondanks’ zijn gewicht en het ‘lawaai’. Voor al het buitenwerk, waarbij ik lichtbepakt en mobiel zou moeten zijn, zou ik dus eerder een high-end compact gebruiken met een lichtsterke lens. Tot ISO 400/800 is de beeldkwaliteit in RAW van een PowerShot G16 dan voldoende om prima opnames te kunnen maken.Ik blijf daarom nog even werken met twee systemen: DSLR en DSC. Een CSC past hier mooi tussenin, maar kan momenteel nog geen van deze systemen geheel vervangen. Minder gewicht als een DSLR, maar ook een lagere beeldkwaliteit. Een hogere beeldkwaliteit dan een DSC, maar dan wel weer meer gewicht. Ik houd het voorlopig nog bij het ‘oude’ en respecteer de vernieuwingsdrang van mijn zeer gewaardeerde collega, zodat we de ‘strijdbijl’ kunnen begraven. Bij een volgende ontmoeting hebben we dan toch weer stof tot gesprek, aangezien we op zoek moeten naar onze nieuwe ‘Ajax - Feyenoord’.

P.S. Een paar dagen na het schrijven van deze blog zagen twee fotografes in mijn studio de spiegelloze leencamera liggen. Na een korte uitleg waren de dames positief verrast door het lichte gewicht van camera én lens. Beiden hadden toch regelmatig last van polsklachten als ze tijdens een shoot langdurig met hun EOS 5D mark II, EF 24-105mm en Speedlite 580EXII bezig geweest waren.
De vraag of ze over zouden stappen werd echter negatief beantwoord. Enerzijds omdat ze een serie EF-lenzen hebben en vooral ook omdat ze zich met zo'n kleine camera niet professioneel zouden profileren bij de klant. Size - still - matters?!

Inloggen

Wachtwoord of loginnaam vergeten? Klik hier
Als je nog geen GRATIS persoonlijk account hebt op EOSZINE dan kun je deze hier aanmaken. Met dit account kun je o.a. de nieuwsbrief en het gratis digitale magazine ontvangen.