Sta je wel eens stil bij de vraag hoe groot de sensor van een digitale camera is en hoe groot de pixels zijn die erop geplaatst zijn? De getalletjes zijn om kippenvel van te krijgen, maar wat betekent dat nu in de praktijk? Wat is volbeeld en APS-c en hoeveel pixels heb je nodig?
35mm Kleinbeeld
De spiegelreflexcamera's uit de analoge tijd werden ook wel 35mm-kleinbeeldcamera's (SLR, Single Lens Reflex) genoemd en werkten met een negatief- of diaformaat van 36 bij 24 mm. Digitale spiegelreflexcamera's (DSLR) zijn afgeleid van deze 'kleinbeeld'-camera's en behalve dat ze dus digitaal zijn en intern heel anders in elkaar zitten, hebben ze ook een ander beeldopname-element, de sensor. Deze is echter in de meeste gevallen niet de genoemde 36 bij 24mm, maar 'slechts' 22,5 bij 15mm. Dit wordt het APS-c formaat genoemd en wordt toegepast op alle Canon EOS-camera's, met uitzondering van de 5D- en 1D-serie. Het totale oppervlak van APS-c (ca. 340mm2) is dus kleiner dan van een negatiefje (864mm2), maar veel groter dan de sensor van een digitale compactcamera, die maximaal 50mm2 is!
APS-c
De voordelen van het APS-c formaat zijn legio. Ten opzicht van een compactcamera is het oppervlak veel groter en bij hetzelfde aantal pixels, zijn deze op een DSLR dus veel groter. Ze vangen meer licht en het signaal hoeft minder versterkt te worden, zodat de ruis bij hogere ISO veel minder is. Elke EOS-camera levert bij ISO 1600 foto's af die zonder problemen op A3 kunnen worden afgedrukt. In vergelijking met een 'ouderwetse' SLR kan een DSLR met APS-c sensor compacter uitgevoerd worden en kunnen de lenzen kleiner zijn. Deze lenzen speciaal voor spiegelreflexen met een APS-c sensor, worden onterecht ook wel eens digitale lenzen genoemd. Je kunt ze dan wel niet op een analoge camera gebruiken, maar zijn op de kleinere beeldcirkel na technisch bijna identiek aan een 'analoge' lens. Canon heeft deze lenzen EF-s genoemd in plaats van de aanduiding EF, die bedoeld zijn voor volbeeldcamera's.
Volbeeld
Het APS-c formaat was bij de ontwikkeling van de eerste digitale spiegelreflexen een optimum tussen technische mogelijkheden en betaalbaarheid. Een sensor van 36 bij 24mm was zeven jaar geleden een technisch hoogstandje, daarom erg duur en dus niet geschikt voor de 'gewone consument'. APS-c heeft een camera als de 300D mogelijk gemaakt als eerste DSLR onder de 1000 euro. De ontwikkelingen hebben echter niet stilgestaan en na de EOS 1Ds als eerste digitale spiegelreflex met een sensor van 36 bij 24mm (volbeeld, full frame, 11 Mp) kwam er in het najaar van 2005 de eerste betaalbare volbeeld DSLR, de inmiddels legendarische EOS 5D (12,7 Mp). Het voordeel van dit type camera is dat de pixels nog groter zijn en dus de prestaties bij hogere ISO's nog beter zijn. 'Ondanks' de 21,1 miljoen pixels op de EOS 5D mkII levert hij bij ISO 6400 nog een fantastisch ruisarme beeldkwaliteit. De volbeeldcamera's zijn ook groter dan APS-c spiegelreflexen en gebruiken weer 'ouderwets' grote lenzen, waarvan vooral in het telegebied het verschil groot is.
De verschillen
Het voordeel van APS-c is dat de beeldhoek bij een bepaald brandpunt kleiner is dan op een volbeeldcamera. Met een 300mm lens op bijvoorbeeld een 50D zie je hetzelfde als bij een brandpunt van 480mm op een 5D mkII (factor 1,6). Je bent dus verder ingezoomd en dat zonder verlies van beeldkwaliteit. Vooral voor fotografen van vogels en wild, maar ook macro is dit een groot pluspunt. Je mist bij APS-c een stuk aan de groothoekkant. Je standaardlens moet 18-55mm zijn om hetzelfde te zien als 28-90mm op een volbeeldcamera. Wil je een beeldhoek van een klassieke 16-35mm lens, zoals voor landschappen en architectuur, dan zul je op een APS-c de EF-s 10-22mm moeten gebruiken.
Model | Sensor | Pixelopp. µ2 | Pixels/mm2 |
EOS 1000D / EOS 40D | APS-c / 10 Mp | 33 | 30000 |
EOS 500D / EOS 50D | APS-c / 15 Mp | 22 | 45000 |
EOS 1Ds mkIII/ EOS 5D mkII | Volbeeld / 21 Mp | 41 | 24000 |
EOS 1D mkIII | APS-h / 10 Mp | 53 | 18500 |
Compactcamera | 8 bij 6mm / 12 Mp | <4 | 240000 |
Omdat de pixeldichtheid van camera's met een APS-c sensor groter is, zijn deze camera's ook uitermate geschikt voor macrofotografie. Een voorwerp van 22,5mm breed 1:1 opgenomen door een EOS 50D wordt door 4752 pixels beschreven en als je die met 75 dpi afdrukt dan wordt dit een scherpe (RAW, kijkafstand 3m) poster van 160 cm breed! Dus je blaast een bloemetje van 22,5mm op tot meer dan 1,5 meter. Bij een 5D mkII wordt datzelfde voorwerp 'slechts' 120cm.
Conclusie
Fotografeer je professioneel, dan werk je vaak met twee bodies en dan is een combinatie van een volbeeld en een APS-c camera, zoals een EOS 5D mkII met een EOS 50D, ideaal. Ben je echter een fervente vrijetijdsfotograaf, dan volstaan een enkele APS-c camera om al je fotografische wensen in vervulling te laten gaan, mede dankzij het grote aanbod van lenzen van Canon. Ben je gespecialiseerd in landschappen en architectuur, overweeg dan een EOS 5D mkII, die eigenlijk ook een 'must' is voor fotografie bij bestaand licht met ISO 3200 en hoger. Zijn actie en sport je favoriete onderwerpen, dan kun je niet om de EOS 1D mkII heen.
EF of EF-s APS-c camera's zijn alle xxxxD, xxxD en xxD EOS-modellen, zoals de 1000D, 500D en 50D. Zij accepteren zowel EF-s lenzen als EF lenzen. De 5D mkII en 1Ds mkIII hebben een volbeeldsensor en de 1D mkIII is een buitenbeentje met 29 bij 19mm (APS-h). Op deze drie xD modellen (en ook de D30, D60 en 10D) passen geen EF-s lenzen. |