Je ziet in je tuin koolmezen, roodborstjes en mussen zich tegoed doen aan vetbolletjes of pinda's die je hebt weggehangen. Het zijn dan natuurlijk fantastische fotomodellen en je schiet snel met je camera met kitlens (18-55mm) enkele leuke plaatjes. Helaas vallen de resultaten vaak tegen. Niet alleen omdat de vogels heel bewegelijk zijn en omdat een dergelijke sessie de nodige voorbereiding verlangt, maar ook omdat de vogeltjes relatief klein op de foto staan. Je hebt dus een telelens nodig, waarmee je ver kunt inzoomen. Maar hoe ver haalt zo'n lens zo'n vogeltje dichterbij?
Verband afstand tot voorwerp en brandpunt van de lens
Als je een telelens hebt met een bepaald brandpunt, kun je dan vooraf ongeveer voorspellen op welke afstand je ongeveer moet gaan staan om een klein onderwerp redelijk groot in het kader te krijgen?
We hebben een simpel proefje uitgevoerd. Op een EOS 50D hebben we verschillende lenzen geplaatst en daarmee een voorwerp van 21 bij 14 cm (half A4-tje) beeldvullend gekaderd. Bij elk brandpunt hebben we gemeten hoe ver we van het onderwerp stonden. Ingezoomd met je 18-55mm sta je dan dus ongeveer een halve meter van het genoemde voorwerp en als dat een koolmees in de tuin zou zijn, dan zou de vogel allang gevlogen zijn. De werkafstanden worden pas interessant als je op een APS-c camera een telelens met een brandpunt gebruikt van 200 mm of meer, zodat je meer dan twee meter van het onderwerp afstaat. Dan is het nog steeds niet eenvoudig om een goede foto te maken, maar als je de vogels laat wennen aan je aanwezigheid, je hebt niet te fel gekleurde kleding aan en je doet alle handelingen heel rustig zonder veel lawaai, dan zal het op een zeker moment wel lukken. Een beetje camouflage of schuilhut kan zeker bijdragen tot een goed resultaat.
Vuistregel
Het is niet nodig alle genoemde getalletjes te onthouden. Als je een onderwerp van 22,5 cm breed beeldvullend met een APS-c EOS-camera (1000D t/m 50D) wilt kaderen dan is de voorwerpsafstand (v) in centimeters het gebruikte brandpunt (f) dat op de lens wordt aangegeven. Bij een volbeeldcamera (1Ds en 5D) fotografeer je een voorwerp van 36 cm breedte beeldvullend als de afstand tot het voorwerp (v) in centimeters gelijk is aan het brandpunt (f) in millimeters op je lens. Is het voorwerp maar de helft keer zo breed, dan moet je twee keer zo dichtbij gaan staan. Is het brandpunt twee keer langer, dan kun je ook twee keer zo ver weg gaan staan.
|
|
|
Nog verder weg of juist dichterbij?
Een mooie en betaalbare telelens is de EF 70-300mm f4-5.6 IS USM (prijsindicatie 450 euro). Je hebt een groot zoombereik en profiteert van de beeldstabilisatie. Wil je verder dan 300mm dan heeft Canon nog een mooi, maar duur, assortiment superteleobjectieven van superieure kwaliteit. Past dat niet binnen het budget, dan kun je een teleconverter aanschaffen. Deze verlengt het brandpunt met een factor 1,4 of 2. Helaas wordt de lichtsterkte respectievelijk 1 en 2 stops kleiner, dus bij 420mm (1,4x300mm) is dat f/8 en bij 600mm (2x300mm) zelfs maar f/11. Dan moet je veel licht hebben om bewegingsonscherpte te voorkomen en ook handmatig scherpstellen, omdat de autofocus niet meer werkt.
|
Ben je op safari en wil je een leeuw redelijk beeldvullend fotograferen, dan moet je met een 300 mm lens op je APS-c camera op ongeveer 40 meter afstand staan om een beeld van 3 bij 2 m met daarin de leeuw te kunnen kaderen. Krijg je een olifant in het 'vizier', dan fotografeer je deze van 80 meter afstand in een kader van 6 bij 4 meter. Beide afstanden lijken groot, maar zijn bij gevaar heel klein. Wil je vanaf 80 meter de leeuw vastleggen, dan moet je dus een brandpunt hebben van 600 mm. De kans op bewegings-onscherpte is dan echter groot. |
Conclusie
Beeldvullend een vogeltje schieten in de tuin, doe je niet even met een standaardzoomlens. Pas wanneer je met een redelijk teleobjectief en goede voorbereidingen aan de slag gaat, vult het vogeltje je kader en worden de resultaten acceptabel.
Lees ook het artikel over 'Fotograferen met 800mm' als je wildlife en vogels echt dichtbij wilt halen (klik hier).