M-stand en Lichtmeetmethode

door Pieter Dhaeze op woensdag 17 januari 2024

In dit artikel ga ik in op een veelgestelde vraag: “Als ik in de M-stand werk en zelf diafragma, sluitertijd en ISO instel is dan de keuze van de lichtmeetmethode van de camera nog van belang (Meervlaks, Centrum gewogen, Deel, Spot)?” Het antwoord hierop is tweeledig. Een korte uitleg.

interne lichtmeter

Antwoord: Nee
1.
Als je in een studio werkt met studioflitsers of met continu licht, dan kies je diafragma, sluitertijd en ISO (Belichtingsdriehoek) zodanig dat het onderwerp goed belicht is door het vast ingestelde flitslicht of het vast ingestelde continue licht. Dit kan op basis van een losse lichtmeter of met behulp van een paar testopnamen. Aanpassingen in de helderheid doe je in veel gevallen door de hoeveelheid flitslicht of continu licht aan te passen. De lichtmeetmethode van de camera is dan niet belangrijk.

2. Als je in een redelijk egaal en constant verlichte ruimte werkt zonder invallend licht van buiten (studio of vertrek zonder daglicht), dan kun je diafragma, sluitertijd en ISO via ‘trial-and-error’ instellen en zo als uitgangspunt gebruiken voor de gehele sessie zonder op de lichtmeting van de camera te letten.

3. Als je een landschap met veel contrast (op- en ondergaande zon) fotografeert of bezig bent met nachtfotografie. Met een spiegelloze camera kun je dan op het lcd-scherm (eventueel incl. histogram) zien hoe de belichting gaat worden. Met een DSLR zie je diezelfde belichtingssimulatie, maar dan moet je wel in live view werken. En bovendien kun je altijd nog een paar testfoto’s maken om zeker te zijn dat het landschap of de nachtfoto naar wens belicht is. Dat kan dan ook het uitgangspunt zijn voor een eventueel belichtingstrapje. Gebruik van de lichtmeting van de camera is dan wel handig, maar heb je daar niet echt bij nodig.

4. Als je op basis van je eigen inzichten en creativiteit sterke high key of low key opnamen wilt maken.

lichtmeetmethode 2024

LCD-scherm en belichtingssimulatie
• Als je het lcd-scherm gebruikt als graadmeter voor de belichting (bij spiegelloze camera – MILC – of bij DSLR in Live view), zorg dan wel dat de menu-optie Belichtingssimulatie in de camera geactiveerd is. Kijk hiervoor in de handleiding en let op als je gaat flitsen. Zorg dat bij opname het histogram zichtbaar is op het lcd-scherm of in de EVF en zorg dat bij terugkijken de menu-optie Overbelichtingswaarschuwing ingeschakeld is.
Belsim-overbel
Bedenk verder dat de weergave op het lcd-scherm/EVF (helderheid, contrast, scherpte, kleuren) gekoppeld is aan de ingestelde Beeldstijl en dat deze aanzienlijk kan afwijken van weergave in Photoshop of Lightroom Classic, die veelal donkerder is.

Antwoord: Ja
De keuze van de lichtmeetmethode is wel van belang als je in omstandigheden werkt waarbij de hoeveelheid licht varieert of wisselt afhankelijk van de plaats waar je bent (lamp/venster, binnen/buiten, zon/schaduw). Als je dan willekeurig aan de wieltjes gaat draaien voor een goede belichting, dan heb je waarschijnlijk minder aandacht voor het onderwerp en zal bovendien de belichting van je foto’s sterk fluctueren. Dat is het moment dat je op de lichtmeting van de camera gaat letten en dus ook het moment dat het van belang is welke lichtmeetmethode je kiest. Ook als je in de M-stand werkt. Want zou je bij dat wisselende licht met Spotmeting werken, dan staat de meter op een heel andere plaats en wisselt de plaats ook meer dan wanneer je voor Meervlaksmeting gekozen zou hebben.

M-stand lichtmeetmethode yt

Welke lichtmeetmethode je in de M-stand kiest met inachtneming van de interne lichtmeting, is persoonlijk en kan van geval tot geval verschillend zijn. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan Meervlaksmeting, aangezien die in een zekere zin rekening houdt met de plaats van het scherpstelpun (klik hier). Bij de andere drie lichtmeetmethodes is ongeacht het scherpstelpunt de lichtmeting altijd gebaseerd op een gebied rond het centrum van het kader.

In principe kies je in de M-stand het diafragma en de sluitertijd op basis van de gewenste scherptediepte, hoeveelheid licht en/of, bewegingsonscherpte en regel je de fluctuaties in het licht met de ISO, uitgaande van de NUL-stand van de lichtmeting. Bij donkere onderwerpen moet je iets onderbelichten (lichtmeting negatief, links van NUL) en bij heldere onderwerpen kun je iets overbelichten (lichtmeting positief, rechts van NUL). Fotografeer je in RAW, dan heb je nog extra belichtingsruimte in de nabewerking en kun je het contrast nog in balans brengen. Is het contrast in het onderwerp extreem hoog, dan kun je een belichtingstrapje maken en dat later als HDR monteren.

Losse lichtmeter
De keuze van de lichtmeetmethode van de camera is ook niet van belang als je altijd met een losse lichtmeter werkt. Het werken met een losse lichtmeter vraagt echter behoorlijk wat kennis van lichtmeting en van de werking van een lichtmeter. Lees
hier een bespiegeling over een losse lichtmeter.
lichtmeter

Samenvatting
De keuze van de lichtmeetmethode, het beginsel van de ‘Belichtingsvierhoek', het ‘Denkwerk’ van een camera. Allemaal onderwerpen die een ding gemeen hebben en dat is begrip hebben van licht en van het principe van lichtmeting en belichting. Je kunt er veel informatie over vinden, veel trucjes bij gebruiken, maar uiteindelijk leer je het meest over de materie ‘Belichting’ door veel te fotograferen. Neem de tijd, leer van je ‘fouten’ en neem niet klakkeloos het kunstje van een andere fotograaf over.

Als je meer van belichting en lichtmeetmethodes wil weten, bekijk dan onderstaande artikelen of video’s.

  • Basis lichtmeting en lichtmeetmethode: klik hier.
  • De belichtingsvierhoek: klik hier.
  • Scherpstelpunt en lichtmeetmethode: klik hier.
  • M-stand en Auto ISO: klik hier.
  • Hoe denkt een camera?: klik hier.
  • Mini-cursus belichting: klik hier.

Inloggen

Wachtwoord of loginnaam vergeten? Klik hier
Als je nog geen GRATIS persoonlijk account hebt op EOSZINE dan kun je deze hier aanmaken. Met dit account kun je o.a. de nieuwsbrief en het gratis digitale magazine ontvangen.