EOS 70D | AF-volgsysteem (tracking)

door Pieter Dhaeze op woensdag 21 mei 2014

Een onscherpe foto kan zo de prullenbak in, want geen enkel fotobewerkings-programma is in staat om een dergelijke mislukte foto echt goed te herstellen. Daarom besteedt Canon bij de ontwikkeling van camera’s veel aandacht aan functies om onscherpte te voorkomen. Zo ook op de EOS 70D en in dit artikel bekijken we zijn kwaliteiten als zijn autofocus een bewegend onderwerp scherp moet volgen: AF-tracking

Autofocus
Meer dan negentig procent van de fotografen gebruikt de autofocus (AF) om het beeld van de lens scherp op de sensor te krijgen. Het automatisch scherpstellen gebeurt op basis van contrast. Dus bij weinig licht en egaal gekleurde onderwerpen kan een AF soms geen houvast vinden. De EOS 70D heeft echter een zeer gevoelige AF-sensor bestaande uit 19 scherpstelpunten met verticale en horizontale lijnen (kruistype), die bij minder licht en contrast toch het hoofdonderwerp weten te vinden.
Voor een maximaal rendement van de AF-instellingen zijn twee aspecten van belang:
• de selectie van het gewenste scherpstelpunt of -gebied
• de wijze van autofocusmeting

Scherpstelpunt en -gebied
De keuze van het actieve AF-punt kan bij de EOS 70D op meerdere manieren gebeuren:
• Eénpunts-AF
• Automatische selectie-AF
• Zone-AF

1. Eénpunts-AF
Bij de meeste onderwerpen wordt gewerkt met één scherpstelpunt, het middelste. Maar je kunt bij de EOS 70D ook een van de andere punten selecteren door op de rechterknop op de achterzijde te drukken (AF-puntselectie). In de zoeker van de camera worden nu alle AF-punten zichtbaar en met het kleine instelwiel bij de ontspanknop en/of de multicontroller naast het lcd-scherm kun je vervolgens het gewenste scherpstelpunt kiezen. Het selecteren van het scherpstelpunt is ook mogelijk na het indrukken van de Q-knop. Kies dan op het lcd-scherm het betreffende icoontje (door te tikken op scherm) en vervolgens kan het scherpstelpunt worden geselecteerd. Als je op de SET-knop drukt, dan wordt het middelste AF-punt geactiveerd.
.

P, A, T, M
Om zelf het scherpstelpunt of -gebied te kunnen selecteren moet de P-, Av-, Tv- of M-stand geselecteerd zijn. In alle andere programmastanden zal de camera zelf het scherpstelpunt kiezen. Meestal is dat het dichtstbijzijnde contrastrijke voorwerp.

2. Zone-AF
De EOS 70D heeft nog een derde AF-puntmodus en dat is de zogeheten Zone-AF. Hierbij zijn 9 AF-punten geclusterd en wordt in die zone door één of meer AF-punten automatisch scherpgesteld. Het voordeel is dat je niet met één klein AF-punt een bewegend voorwerp hoeft te volgen - met grote kans dat je de grip op het voorwerp verliest -, maar dat je wel kunt aangeven waar het hoofdonderwerp zich ongeveer bevindt in het kader. Bij de automatische selectie-AF over álle AF-punten is die gebiedscontrole veel minder en kan op een fout voorwerp scherpgesteld worden.

3. Automatische selectie-AF
In deze AF-modus bepaalt de EOS 70D zelf met welk AF-punt scherpgesteld gaat worden. Dat is niet handig als het een stilstaand voorwerp betreft, maar wel als het een vogel in de lucht is of een groep atleten die over de finish komt. Je hoeft dan niet het kader te veranderen om met het enkele scherpstelpunt het voorwerp te kunnen volgen. De Automatische selectie-AF stel je in door bij de EOS 70D twee keer op het knopje (AF-gebiedselectiemodus) naast het kleine instelwiel bij de ontspanner te drukken. Je ziet dan geen scherpstelpunten meer, maar slechts een omkadering van het gebied waarbinnen de AF-punten liggen. Stel je nu scherp op een onderwerp, dan kiest de camera zelf het scherpstelpunt.

AF-praktijk
Wanneer gebruik je nu een bepaalde AF-gebiedsmodus? Eénpunts-AF is vooral geschikt voor stilstaande onderwerpen, zoals landschappen, architectuur, portretten, producten. Zone-AF gebruik je als één concreet onderwerp beweegt, zoals een vliegende vogel, een vlinder of voorbijrijdend voertuig. Zie je echter veel bewegende voorwerpen in het kader en moet de voorste scherp zijn (finish van een wielerronde of hardloopwedstrijd), dan is Automatisch selectie-AF over het hele scherpstelgebied de aangewezen modus.

AF-meetmethode
Behalve dat het belangrijk is met welk scherpstelpunt de autofocus moet werken, is het ook van belang dat de autofocus de afstand tot het onderwerp goed heeft gemeten en dat dit ook de werkelijke afstand is op het moment dat de foto genomen wordt. Dit vraagt enige uitleg. Als een onderwerp stil staat en ook de fotograaf staat stil, dan wordt op het moment dat de ontspanner half wordt ingedrukt, de afstand tussen onderwerp en camera gemeten door de autofocus. Of je daarna een seconde of een minuut wacht, die afstand verandert niet en wanneer de foto wordt genomen, dan zal deze dus scherp zijn. Dit is dus het geval bij landschappen, gebouwen, producten en macro’s. Het gaat echter mis als de afstand tussen het onderwerp en de fotograaf tussen het moment van AF-meting en het nemen van de foto veranderd is. Dus als een vogel, hond, auto of persoon de fotograaf nadert of passeert.
Om onder al die verschillende omstandigheden correct scherp te stellen, heeft elke EOS drie verschillende AF-meetmethodes:
• One Shot
• Ai Servo
• Ai Focus
De AF-meetmethode stel je in, door bovenop de camera op het knopje AF te drukken en aan het kleine instelwiel bij de ontspanner in te draaien.

1. One Shot
De One Shot AF-meting werkt heel eenvoudig. Op basis van een contrastmeting met de AF-sensor wordt met het actieve AF-punt op het gewenste onderwerp scherpgesteld door de ontspanner half in te drukken. Hoor je een piepje, dan is de AF-meting met succes gebeurd en kun je op elke gewenst moment de opname maken. Een prima methode om dit in combinatie met de Eénpunts-AF te doen.

2. Ai Servo
Is een onderwerp al in beweging of beweegt de fotograaf, waardoor de afstand tot de camera voortdurend verandert, dan kun je beter werken met de Ai Servo-meetmethode. Deze volgt - zolang je de ontspanner (half) ingedrukt houdt - met een bepaalde afstandsvoorspelling het bewegende onderwerp en zorgt dat de gemeten afstand tot de camera ook daadwerkelijk de afstand is bij het nemen van de foto. Je hoort geen piep, maar kunt meteen beginnen met fotograferen. Deze AF-methode zou je kunnen gebruiken met Eénpunts-AF, maar het is zinvoller om dit met Automatische selectie-AF of Zone-AF te doen. Je ziet dan in de zoeker hoe met verschillende AF-punten een bewegend onderwerp wordt vastgegrepen en niet meer wordt losgelaten.

3. Ai Focus
Heb je te maken met een onderwerp dat stil staat, maar waarvan de kans groot is dat het elk moment kan gaan bewegen (modeshow, dans), dan is de Ai Focus een prima meetmethode tussen One Shot en Ai Servo in. Je stelt met Ai Focus scherp op het stilstaande voorwerp en houdt de ontspanner half ingedrukt. Gaat het onderwerp bewegen, houd dan gewoon de ontspanknop half ingedrukt en de autofocus zal het voorwerp netjes volgen. Welbeschouwd schakelt hij zelf over van One Shot naar Ai Servo.

EOS 70D AF-tracking
Het AF-systeem van de EOS 70D is overgenomen van zijn grote broer, de EOS 7D, en lijkt in zekere zin zelfs op die van de EOS 5D mark III en EOS 1D X. De belangrijkste overeenkomst met deze (semi) pro-camera’s is vooral de manier waarop de werking van Ai Servo kan worden geregeld. Hiervoor zijn in het menu Persoonlijke instellingen (oranje tab) onder C.FN II twee belangrijke instellingen te vinden:
• Trackinggevoeligheid
• Versnelling/vertraging tracking
Onder tracking wordt verstaan het volgen van de AF-meting van het bewegende onderwerp.

1. Trackinggevoeligheid
Met de trackinggevoeligheid wordt geregeld hoe sterk het actieve AF-punt zich vastklampt aan het bewegende onderwerp. Stel dat je een voertuig volgt met de camera, maar het zoekerbeeld wordt steeds onderbroken door bomen of mensen die langs de weg zijn, dan moet de autofocus zich niet laten misleiden door een dergelijke verstoring. Kies dan in C.Fn II optie 1 een negatieve waarde voor in de Trackinggevoeligheid (-1 of -2).
Wil je echter bij een grote groep aankomende voorwerpen het voorste onderwerp scherp hebben, dan moet de tracking juist heel gevoelig zijn en dus +1 of +2 gekozen worden voor de trackinggevoeligheid.

2. Versnelling/vertraging tracking
Deze optie spreekt meer voor zichzelf dan de trackinggevoeligheid en heeft betrekking op het volgen van een onderwerp met een uniforme snelheid (auto, fiets, motor) of met een wisselende snelheid (toerennend dier, fladderende vogel). Als de waarde van C.Fn II optie 2 op +1 of +2 wordt gezet, dan zal de camera beter wisselende snelheden volgen.
Net als op de EOS 5D mark III kan het gedrag van de Ai Servo dus ook op de EOS 70D worden beïnvloed. Omdat het AF-systeem van de EOS 5D mark III echter meer complex is, beschikt deze camera over zogeheten AF-presets. Deze presets zouden ook op de EOS 70D handig zijn, maar ontbreken daar helaas. Daarom hebben we een paar presets van de EOS 5D mark III in de onderstaande tabel vertaald naar instellingen die op de EOS 70D mogelijk zijn.


Transportmodus
Als je normaal gesproken een foto neemt, dan maak je één opname in een bepaalde tijdsduur. Je neemt er even de tijd voor (kaderen, belichting instellen) en je kijkt of de foto naar wens is. Hiervoor staat de camera in de transportmodus Enkelbeeld, met het pictogram van een leeg rechthoekje. Er zijn echter nog meer zogeheten transportmodi en die kunnen gekozen worden via de knop Drive op de bovenzijde van de camera (met kleine instelwiel) of via de Q-knop op het lcd-scherm. Zo kent de EOS 70D ook twee soorten ‘motordrive’: hoge snelheid (7 beelden per seconde) en lage snelheid (3 bps). Deze continue opnamemodus is prima te combineren met Ai Servo en Automatische selectie-AF om zo optimaal bewegende onderwerpen te kunnen volgen.
De genoemde snelheden van de ‘motordrive’ zullen minder zijn bij de volgende omstandigheden: langere sluitertijden, flitsen en als de functies Hoge ISO ruisonderdrukking, Auto optimalisatie helderheid, Lensafwijkingcorrectie en/of Lichte tonen prioriteit actief zijn. Bij hoge ISO’s en in RAW zal bij een langzame geheugenkaart de opnamereeks eerder stoppen, omdat meer data weggeschreven moet worden.

C-stand
Uit het voorgaande is waarschijnlijk al wel duidelijk geworden dat voor optimaal gebruik van de Ai Servo in combinatie met de ‘motordrive’ de nodige instellingen gedaan moeten worden die afwijken van de standaard. Als je een vliegende vogel wilt volgen, is het niet handig dat je eerst al die instellingen nog moet doen. Dan is de vogel letterlijk al gevlogen. Het is dus zinvol om een eigen gebruikersinstelling te maken voor dit soort bewegende onderwerpen, zodat je de camera alleen maar in de C-stand hoeft te zetten en direct met de Ai Servo en de ‘motordrive’ aan de slag kunt en langdurig met 7 bps kunt ‘schieten’. De ideale instellingen voor snelle fotografie staan vermeld in de onderstaande tabel. Gebruik wel SDHC-kaartjes van 45 MB/s of sneller.



Samenvatting
De Canon EOS 70D is een uiterst complete camera en op het gebied van het verkrijgen van een scherpe foto bij een bewegend onderwerp hoeft ze niet veel onder te doen in (semi-)professionele camera’s als de EOS 7D en EOS 5D mark III.
Met de juiste instellingen zijn met de EOS 70D bewegende voertuigen, mensen en dieren zonder problemen scherp te volgen en is ze dus prima geschikt als actiecamera. Alweer een pluspunt van deze bijzonder veelzijdige camera.

Gerelateerde artikelen
EOS 70D | Wifi instellen (klik hier)
EOS 70D | Wifi capture (klik hier)
EOS 70D | Meervoudige belichting (klik hier)
EOS 70D | Video-zoom (klik hier)
EOS 70D | in-camera RAW-JPEG (klik hier)
EOS 70D | in-camera HDR (klik hier)
EOS 70D | Fijnafstelling AF (klik hier)
EOS 70D | Draadloos flitsen (klik hier)
EOS 70D | Nestkastje met EOS Remote (klik hier)

Inloggen

Wachtwoord of loginnaam vergeten? Klik hier
Als je nog geen GRATIS persoonlijk account hebt op EOSZINE dan kun je deze hier aanmaken. Met dit account kun je o.a. de nieuwsbrief en het gratis digitale magazine ontvangen.